Betty's verhaal: mijn bevalling - net niet in bad
In juni beviel Betty van haar derde kind. Deze keer wilde ze het anders, maar in bad lukte niet meer. ‘Mijn eerste twee bevallingen waren heel erg heftig. Mijn eerste zoon werd thuis geboren, en nadat ik urenlang weeën had moeten tegenhouden, was ik bijna in paniek. En op de bevalling van mijn dochter, in het ziekenhuis, kijk ik ook niet heel goed terug.
Nathan
Dus vanaf het moment dat we wisten dat er een derde kindje zou komen, was ik nerveus. Ik besloot me er nu goed in te gaan verdiepen. Hoe kon ik beter ontspannen? Kon ik voor pijnbestrijding kiezen? Ik kwam uit op het bevalbad, waarin het warme water je helpt te ontspannen, rustig te blijven onder de pijn, de weeën op te vangen.
Toen ik dat aan mijn toenmalige verloskundigen voorlegde, bleek dat ze ontspannen in bad wel zagen zitten, maar de bevalling zelf – dat niet. Dus ging ik om me heen kijken, en ben ik voor een kennismakingsgesprek bij Ellen gekomen. Het was een leuk gesprek, het gaf me vertrouwen in een goede afloop.
Ik zag tegen de bevalling op, en voor die angst was bij mijn oude verloskundigen eigenlijk geen plaats. Niet alleen dachten Ellen, Ingeborg en Sietske minder medisch, ze gaven me de ruimte om erover te praten, en ze dachten mee over oplossingen: wat kunnen we daaraan doen?
De bevalling begon op een vrijdag. Ik had af en toe een wee, niet heel heftig, niet heel veel, maar genoeg om te weten: het is begonnen. Ik kon nog wel gewoon gaan slapen, maar om twee uur ’s nachts werd ik wakker en was de pijn te erg om door te slapen. We hebben een halfuur later de verloskundige gebeld, en Ingeborg kwam meteen.
Mijn man was begonnen het bad te vullen, maar Ingeborg wilde me nog even op bed controleren. En toen zei ze: sorry, je kunt niet meer in bad. De baby komt eraan. Ze pakte al haar spullen, legde nog een matje neer. Ik vond het al niet meer erg, het idee alleen al van dat bad had me van mijn angst afgeholpen.
Om vier uur al had ik Nathan vast.
Ingeborg gaf me het vertrouwen dat zij boven de situatie stond. Ze moedigde me aan, maar liet me met rust als ik dat nodig had. Wat ik heel bijzonder vond, was dat ik Nathan zelf heb aangepakt. Ingeborg zei: pak hem maar, en ik kon hem zo omhoog halen, direct in mijn armen.
Dat moment huilde en lachte ik tegelijk. Al die tijd hadden we ons afgevraagd hoe hij eruit zou zien, en nu was hij er! Een heel mooi moment.
Nathan is nu ruim vier maanden. Hij heeft twee tandjes, en rolt al van zijn rug naar zijn buik. Het is een lieve, rustige baby, en zijn broer en zus zijn ook gek op hem.’